
Goed nieuws voor studenten die graag een centje bijverdienen: vanaf 2025 zal het jaarlijkse studentencontingent definitief worden verhoogd van 475 naar 650 uur. Dit betekent dat studenten meer kunnen werken aan voordelige voorwaarden, zonder dat hun statuut verandert. Daarnaast stijgt de fiscale grens, waardoor ouders langer recht behouden op fiscale voordelen. Wat houdt deze wijziging precies in? We leggen het uit.
Wat verandert er precies?
In 2023 en 2024 werd het studentencontingent tijdelijk opgetrokken naar 600 uur per jaar, maar deze regeling liep eind 2024 af. Hierdoor zou het oorspronkelijke plafond van 475 uur in 2025 opnieuw van kracht worden. De Kamercommissie Sociale Zaken heeft echter beslist om het maximumaantal uren per jaar structureel te verhogen naar 650 uur. Studenten kunnen deze uren opnemen met toepassing van de solidariteitsbijdrage, waardoor zowel zij als hun werkgever minder sociale bijdragen betalen.
Bovendien is er een bijkomende fiscale verandering: studenten mogen vanaf 2025 tot 6.840 euro per jaar verdienen zonder hun statuut als fiscaal ten laste van hun ouders te verliezen. Dit is een verdubbeling van het huidige grensbedrag. Dit betekent dat ouders langer kunnen genieten van fiscale voordelen, terwijl studenten meer financiële ademruimte krijgen.
Wat betekent dit voor studenten?
De verhoging van het contingent is een grote stap vooruit voor jobstudenten die flexibel willen werken. Dit betekent:
• Meer inkomsten: Studenten kunnen meer uren werken en dus een hoger loon verdienen zonder dat hun sociale bijdragen of belastingen fors stijgen.
• Minder financiële druk: De hogere fiscale grens zorgt ervoor dat ouders niet sneller fiscale voordelen verliezen, zelfs als hun kind meer bijverdient.
• Meer flexibiliteit: Dankzij het hogere aantal uren kunnen studenten gemakkelijker inspelen op seizoensgebonden jobs of drukke periodes in hun sector.
Wat zijn de volgende stappen?
Het wetsvoorstel is goedgekeurd in de Kamercommissie Sociale Zaken, maar moet nog worden gestemd in de plenaire vergadering van de Kamer. Na goedkeuring zal het verschijnen in het Belgisch Staatsblad, waarna de regeling officieel van kracht wordt.